Daniël Rowland: Van Stift naar Royal Albert Hall
Daniël Rowland komt thuis op zijn eigen festival
Zeven concerten in vier dagen: voor Daniël Rowland is het Stift Festival de drukste week van het jaar. Toch hoor je hem niet klagen. „Spelen op je eigen festival, met mensen en muziek die je zelf hebt uitgekozen, wat wil je als violist nog meer?”
Door: Herman Haverkate
Foto: Karin van der Meul
Nee, zenuwachtig wordt hij er niet van. Woensdag 4 september, drie dagen na het slotconcert van het Stift Festival, zit oud-Weerseloër Daniël Rowland in de Royal Albert Hall in Londen. Als gast-concertmeester van het BBC Symphony Orchestra, in het laatste echte Promsconcert voor de beroemde ‘Last Night’. „Een magisch moment, natuurlijk. Ik geef tegenwoordig les aan jonge violisten in een gebouw aan de overkant. Vaak wijs ik dan even naar de Albert Hall. Het is een droom voor iedereen in het vak om daar ooit eens te kunnen spelen. Tegelijk vertel ik ze dan ook over het Stift, over het festival dat ik daar elk jaar weer mag organiseren. Ik speel in alle grote zalen over de hele wereld, maar nergens voel ik me zo thuis als hier.”
Daniël Rowland: internationaal gelauwerd violist, primarius van het befaamde Brodsky Quartet, maar tegelijk- nu al weer voor het negende achtereenvolgende jaar- de organisator van een internationaal muziekfestival in het eigenWeerselo. Hier, in een van de statige huizen aan het Stift, woonde hij een groot deel van zijn jeugd en gaf hij als jong viooltalent zijn eerste concerten.
„Het Stift betekent voor mij thuiskomen. Iedere keer als ik weer over dat pleintje wandel, bekruipt me dat gevoel. Mijn moeder woont al jaren in Oldenzaal, maar nog steeds is haar huis het hart van het festival, de plek waar we na de concerten met alle musici samenkomen.”
Woensdag is het eerste concert. Rowland, net terug van vermoeiende tournees in onder meer Frankrijk en Australië, kijkt ernaar uit. „In Australië hebben we met het Brodsky een loodzwaar programma gespeeld. Alle vijftien strijkkwartetten van Sjostakowitsj, in een serie van vijf concerten binnen één weekend. En dat op drie plekken. Ik kan je zeggen: dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Fysiek, maar ook geestelijk. Vooral dat gitzwarte vijftiende kwartet. Tijdens het spelen doen we telkens meer kaarsen uit. Op het laatst zitten we in het donker. Een vriend sms’te na afloop dat hij het mooi vond, maar wel zelfmoordneigingen had. Ik ook, heb ik hem geantwoord. Toen zijn we maar samen wat gaan drinken.”
Met zeven concerten binnen vier dagen trekt ook het Stift Festival een zware wissel op de deelnemers. Rowland speelt er ‘s middags en ‘s avonds, in wisselende combinaties met tien bevriende musici uit de wereld van de kamermuziek. „De begeestering staat voorop. En de bereidheid om risico’s te nemen. Een festival veronderstelt een bepaalde grondhouding.
Niet iedere musicus houdt ervan om in een soort hogedrukpan te worden gegooid. Voor mijzelf is het de mooiste vorm van muziekmaken die er bestaat. Voorwaarde is wel dat je een klik hebt met de mensen met wie je speelt. Je moet elkaar door en door vertrouwen. Het is ook niet zo dat we helemaal op nul beginnen. Alle stukken heb ik, in de loop van de tijd, wel eens ergens met die mensen gespeeld.”
De steden Praag en Boedapest vormen het grote thema van deze editie. Of, om het in rivieren uit te drukken: de Donau en de Moldau. Zigeunermuziek, maar ook Smetana, Dvorak en vooral Janacek. „Een programma van uitersten, net als het leven zelf. En nog nooit echt gespeeld op dit festival. Wonderlijk eigenlijk, terwijl ik zo gek ben van Janacek. Zijn laatste strijkkwartet, Intieme Brieven, dat is de meest verheven, meest autobiografische lofzang op de liefde die er ooit geschreven is. Gecomponeerd in het laatste jaar van zijn leven, toen hij hartstochtelijk verliefd was op een 40 jaar jongere vrouw, die hij lange brieven schreef. En met een derde deel dat een wiegelied is voor het kind dat ze hadden kunnen hebben. Juist in de intieme setting van het Stift komt een stuk als dit tot z’n recht.”
Hij bedacht het programma op een hotelkamer in de buurt van Venetië. „Ik kon niet slapen en dacht aan Weerselo. Binnen een uur had ik alles op een rij. Zo gaat het vaak met dit festival. Een week spelen en 51 weken piekeren over hoe het verder moet. Eigenlijk is er zelden een moment dat het Stift niet in mijn gedachten is.”
Download hier de PDF-versie van dit artikel »